Ik heb twee weken geleden een vriendin teruggezien die ik al even niet had gezien en als het praten is zoals je elkaar gisteren nog gezien hebt: dat zijn echte vriendinnen. Het was daardoor dat ook Guido bij ons kwam zitten, hetzelfde zowat eigenlijk. Al heb ik een hele poos moeilijk tegen hem kunnen praten, al stuurde ik hem daarover eerder wel een mail. Hij heeft die gelezen, dat weet ik zeker, aan een paar dingen, maar dat moet niet gezegd worden, dat is goed zo. Lekker veilig, zei ik tegen mijn psychologe. Al zei die dan weer: ik denk juist dat je er zelf al onbewust terug meer mee wilde praten als je zegt dat je veel meer naar zijn optredens ging dan anders… Ze heeft een punt, denk ik, ze heeft dat nogal vaak. Ik vrees dat ik een goede psychologe heb. Ja, soms is dat best te vrezen, ze weekt zo veel los. Dingen die ik niemand ooit vertelde en zij krijgt dat allemaal los. Brrrrrrr, ik heb haar dat al gezegd “maar hoe doet gij dat? Ik vertel hier zo veel wat ik niemand eerder vertelde.” En dan kijkt ze me met een vragende blik aan en haalt ze haar schouders op. Misschien weet ze het zelf wel niet. Het wil wel zeggen dat ze goed is.
Mijn psychologe dus, ja, ik ga naar iemand. En dat doet goed, ik ben naar haar beginnen te gaan toen Amber stierf, dat ook veel van Gui naar boven haalt en ik ook echt rouw om mijn grootvader al kwam dat besef pas bij haar en ook wel omdat ik met dat fertiliteitstraject bezig ben en dat echt wel zwaar is en altijd zwaarder wordt. Het was ook zij dat ze me zei dat ik me niet schuldig moest voelen dat ik het moeilijk vond om naar mijn grootvader te gaan, want dat het pure zelfbescherming was. Manu Keirse zei me dat hij in zo een geval mensen aanraadt om toch te gaan, met iemand erbij omdat het dan minder “vies” is, want iemand die je altijd als je sterkte opa zag zien aftakelen, is gewoon vies, zei hij. En wij leren kinderen daar niet mee omgaan, zei hij ook en dan kan je dat als volwassene ook niet. Wij leren geen afscheid meer nemen, zei hij, we leren niet meer dat aftakelen en de dood bij het leven hoort en kinderen worden er bewust van weggehouden, maar het maakt ze op dat vlak gehandicapt als volwassene. Vroeger speelden de kinderen gewoon naast opa die eerst lag te sterven en later in de voorkamer lag opgebaard. Ze speelden tikkertje rond hem als hij daar zo lag. Hij heeft gelijk, maar hij zei me eigenlijk: je moet dan in zijn ogen kijken en dan zie je dat dat nog steeds je sterke opa is van vroeger: ogen veranderen niet. Ik begon spontaan te huilen, doe het nu ook. Helemaal op het einde zei hij dat mensen die echt oprecht kunnen huilen door een rouwproces en geraakt worden door er over te spreken heel veel liefde in zich hebben en veel liefde kunnen geven. En helemaal op het einde wreef hij even mijn zijn hand over mijn rug en zei hij: “Als je al veel mensen hebt moeten afgeven, is pijn heel normaal maar zit je boordevol liefde voor anderen” Ik had nochtans enkel van mijn grootvader verteld, denk ik. Het was tijdens een les voor mijn opleiding, dus ja. Maar die ene zin, enkel aan mij gericht, deed me toen echt deugd. De man kreeg een oprecht glimlach van me die wilde zeggen “dank u!”
Ik leerde ondertussen ook dat rouwen gewoon liefde is en ook wel eren wat belangrijk is of was. Dat ook rouwen tijdens een fertiliteitstraject wil zeggen dat je eert dat een kind en liefde willen geven aan een kind voor jou heel belangrijk is en dat dat net mooi is en echte, pure liefde. Rouwen is dus liefde en eren… En ja, een kind is voor mij belangrijk, sowieso. Is ook duidelijk, anders zou ik niet blijven gaan en gaan, want ik kreeg op dat vlak weer heel slecht nieuws en toch gaan we verder en verder… Mijn psychologe vroeg of ik voor mezelf daar een grens had opgelegd in hoever ik wilde gaan. Nee, zei ik haar, ik wil mezelf later niet verwijten dat ik er niet alles voor gedaan heb. Ik heb de keuze: ik kan er over blijven dromen of er vollop voor blijven gaan, dan kies ik voor dat laatste, hoe vermoeiend en hoe zwaar het ook is. Vele mensen noemen me daardoor ondertussen zo sterk, vooral omdat ik het alleen doen en al zo veel tegenslag erin te verwerken kreeg en ik gewoon blijf doorgaan en meedraaien. Maar ik kan voor mezelf wel erkennen dat ik er verdriet over heb en ik ben er heel bewust heel open over. Ongelooflijk hoe taboe onvruchtbaarheid is, ik schrik er elke dag van.
Rouwen hoort bij het leven, ik kocht een doe-boek: “als een geliefde sterft”, ik pas de oefeningen toe bij verschillende mensen en het helpt wel, ik schrijf hen brieven enzo en ik speel met rouwkaartjes, maar ik doe het ook met mijn wenskindjes. Dat is goed zo, het helpt me en ik voel dat ik daardoor gelukkiger ben. Mijn psychologe zegt dat ik grotendeels bij haar kom om te rouwen, een constant rouwproces dat begon op mijn 17de omdat niemand dat ooit allemaal nog alleen kan verwerken, terwijl de wereld maar doordraait en er geen tijd gemaakt wordt om te rouwen. Rouwen doe je zelf, maar hoef je niet alleen te doen, dat zei iemand me toen Gui gestorven was. Die blijft mooi en dat is wat zij ook zegt. Bij haar mag ik er echt ruimte voor maken. Ik mankeer psychiatrisch niets, daar mag ik gerust in zijn zegt ze, zelfs “vreemd gedrag” wat iemand regelrecht liegen noemde, vindt zij niet vreemd of liegen, maar gewoon rouwen. Fantaseren over wat had geweest kunnen zijn, is heel normaal bij rouwen. In dit geval ging dit over een foto van een kind, ik weet inderdaad nog dat mensen dat doen en er over vertellen alsof dat kind er ook is of was, dat mensen foto’s van een baby op facebook of wat dan ook zetten, omdat dat kind een kind was, maar je niet de kans kreeg het te leren kennen en niet eens de kans kreeg om er iets tastbaar van te hebben, er een voorstelling van kan maken of er anders over mag praten en dat dat net zo belangrijk is, hoe vroeg dat kindje ook weggenomen werd. In het boeddhisme is dat trouwens doodnormaal, nog een reden waarom ik zo van het boeddhisme houd. Elk leven of begin van een leven is waardevol, zeggen die boeddhisten immers. Daar wordt elke wensouder gewoon als ouder gezien en worden beeldjes gemaakt van sterrenkindjes, die ouders dan aankleden en verzorgen. Hier verklaart men je dan zot, heel cru gezegd, maar elke wensouders of elke ouder die een sterrenkindje heeft, zal beamen dat zij het liever ook zo hadden. Ik hoorde twee jaar geleden iemand zeggen dat mensen die hun king nog echt geboren hebben weten worden, ook al was het niet lang in leven of al dood blij mogen zijn, want dat zij er ten minste een foto van hebben. Want, zei hij, ik heb een kind en ik heb er niet eens een foto van, enkel een nietszeggende echo. Dat vond ik ook cru gezegd, maar ik begrijp hem ergens wel. Het is daarom dat mensen dat doen, leerde ik eerder al, zei mijn psychologe ook, omdat dat net zo belangrijk is.
De vorige keer vroeg mijn psychologe trouwens of ik iets wilde meenemen van Amber omdat ze ze wilde leren kennen. Ik nam een kaartje van haar mee, waar ze enkel “dikke knuffel, Amber” had ingeschreven… En ik vertelde met een glimlach op mijn gezicht over haar terwijl de tranen rolden over mijn wangen. Ik vertelde ze mooie dingen, dingen die enkel in een (h)echte vriendschap kunnen bestaan. Dat Amber me leerde dat knuffels niet bedreigend moeten zijn, maar dat mensen ze ook geven omdat ze je graag zien en dat ze me dan stevig vastnam en ik verstijfde zoals altijd en ze dan tegen me zei “rustig, je bent veilig, ik doe dit omdat ik je graag zie” en ik ondertussen tranen met tuiten huilde. Het was Amber die er niets van zei dat een hele dag niet at als ik bij haar was en dan ’s nachts vreetbuien kreeg en die uitkotste, ze zei er echt niets van, maar wist het wel. Het was Amber die me dan wel ’s morgens al lachend zei: ik heb wel 5 verschillende soorten choco, moet je eens proberen. Ze had haar eigen manier, zonder te bekritiseren, maar ik vond dat net zo fijn. Ik weet nog hoe ik in paniek was toen ik te horen kreeg toen ze die longembolie had en dat ik naar ze toe reed toen ze van de intensieve zorgen was. Even op bezoek in het ziekenhuis van Utrecht, even 150 km heen en dan weer terug om daar drie uurtjes te zijn. Maar het was ook zij dat ooit naar me toe kwam gereden op een vrijdagavond toen ik een paniekaanval had en me onderweg al probeerde te kalmeren via de telefoon. De laatste keer dat ik samen met haar was, het was een week, bij haar thuis, was ze eigenlijk al redelijk slecht, snel buiten adem, veel pijn, …. maar dat het was de mooiste week die ik ooit had gehad. Gewoon samen zitten en letterlijk samen lachen en huilen. Ik troostte haar en zij mij, zeg ik weleens. Dat was ook zo… dat was echt zo. Ik weet dat op een moment tranen uit haar ogen zag rollen en ze bij mij ook kwamen en we elkaar toen vastnamen en echt heel hard huilden. En om dezelfde reden, omdat ze ging sterven. Ik zei haar vaak dat ik een groot meisje was en dat ik het wel zou aankunnen dat ze zou sterven, dat ze zich geen zorgen moest maken. Zij zei me dat ik de mensen niet weer moest gaan wegduwen zoals ik na de dood van Gui gedaan had, want dat ik ze nodig ging hebben.
Ik zit nu weer te huilen, zo intens die momenten…. Die hele week. Ik stuurde haar het liedje door van Emilia, I’m a big girl, it’s not a big thing if you leave me, but I will miss you much.
Ik kan nu wel zeggen: het is wel een big thing, dat wist ik toen ook al, maar ja, ik wilde het niet te veel over mij hebben, zij ging sterven en ik wilde haar ook gerust stellen, maar ik mocht van haar wel zeggen dat ik haar ging missen. Ik blijf bij je, zei ze, je zal het wel merken. Op een avond, twee weken nadat zij gestorven was, lag ik hier in bed te huilen, net omdat ze gestorven was en ik voelde precies een arm om me heen. Ik denk dat ze me toen kwam zeggen dat ze er nog steeds was. Sommige vriendinnen zeggen ook dat het Gui kon geweest zijn, omdat ik hem nogal gevoeld had of hem soms hoor fluisteren en dat hij dan ook wel besefte dat ik veel verdriet had om Amber. Ik ben er zeker van dat ik Gui al meerder keren voelde, en toch blijf ik er zelf sceptisch tegenover: kan dat wel? Wil dat niet gewoon denken??? En bij Amber denk ik het nu ook…
Dat ik nu zo eenzaam ben, zeg ik vaak, ik ben mijn twee besties kwijt, maar ik heb veel vrienden eigenlijk en ook wel echte goede vrienden. Ik vraag me soms af waaraan ik ze ooit verdiend heb, maar ik mag mijn handjes kussen, ik noem nochtans niet snel iemand een vriend of vriendin. Mensen zeggen me dan dat je krijgt wat je zelf geeft en dat ik hen veel geef. Letterlijk en figuurlijk. Maar goed, Gui en Amber vertelde ik echt alles, voor hen stelde ik me echt open, echt volledig, al hebben ze er beiden lang over gedaan om dat gedaan te krijgen, maar ze namen die tijd ook, omdat ze geduld hadden zeg ik altijd. Omdat ze me graag zagen, zegt mijn psychologe dan. En vriendschap en liefde dat is geven zonder iets terug te vragen, dat leerde ik ook door hen.
In december heeft er iemand zijn beklag gedaan over mij tegen een vriendin: een van de dingen was dat ik niet eens de parking had betaald toen ze mij kwamen halen in het ziekenhuis. Dat is ook zo, ik had daar zelfs niet aan gedacht. Toen ik zei tegen die vriendin, zei ik dat ik er zelfs niet aan gedacht had toen. Die vriendin zei me gewoon “ah nee, dat is ook logisch, want gij vraagt dat zelf nooit en vindt het niet eens belangrijk dat ze dat betalen. Hetzelfde met naft of zo. Gij zijt al lang content dat ge iemand kunt helpen of dat ge samen ergens naartoe kunt gaan” Ze heeft gelijk, 100% zelfs…. Want het is net leuk om zoiets kosteloos te doen voor iemand, gewoon omdat je iemand graag hebt. En inderdaad: als ik dan toch al ergens naartoe rij, waarom zou iemand dan nog moeten bijleggen. Ik rijd dan toch sowieso naar ginder. Amber deed dat ook, zij vroeg nooit geld voor iets en ik nooit aan haar. Wij gaven elkaar gewoon dingen, ik kocht haar een cd van Guido Belcanto omdat ik wist dat ze die leuk zou vinden en zij kocht mij de film “walk the line” zo maar, er moet ook geen reden zijn om iemand iets te geven als je mensen graag hebt, dat is trouwens veel leuker dan met een verjaardag of kerst, want dan is het immers “verplicht” en dit zijn echte verrassingen en tekens van om elkaar geven…. Geld??? Is dat echt belangrijk, ik vind van niet. Het is vooral handig en daar is dan ook alles mee gezegd, in die zin is het wel eblangrijk: een mens moet immers kunnen eten en een dak boven zijn hoofd kunnen betalen. Het valt mij ook altijd op dat het just de mensen zijn die weten wat het is om met een klein inkomen toe te komen, het meest vrijgevig zijn, op zich is dat best opvallend, heel opvallend zelfs. Maar geld is ook vooral iets moois om iemand onverwacht te verrassen of gewoon een dienst aan iemand te verlenen en al eens twee euro voor de parking te betalen zeker als die persoon al torenhoge kosten heeft. Ik ben juist blij als ik iemand naar het ziekenhuis kan voeren en die dan geholpen heb, moet ik daar geld voor? Nee, want ik weet dat ik daar ook weleens mag blijven eten of zo, en dat het over 10 jaar pas misschien helemaal omgekeerd kan zijn… Wederkerigheid kost geen geld, vind ik, vinden al mijn vrienden, dat is iets onvoorwaardelijks bijna, dat vanzelf komt. Ik ben zo niet opgevoed hoor, tot op de cent moet je iemand juist betalen, anders komen er vodden van. Dat werd erin gedramd. Mijn ervaring leerde me ondertussen net het omgekeerde, niet gefocust zijn op die laatste cent of dat het wel helemaal juist betaald is of al eens een brood voor iemand meenemen als je naar de winkel gaat en zeggen: laat maar zitten, dat geeft veel minder vodden: het zegt namelijk: ik doe dat graag voor jou. Als ik vrienden dan toch al eens voorstelde om ze te vergoeden, kreeg ik meestal een blik van: wat zeg jij nu? Betaal de volgende keer op café gewoon een pint en het is in orde. Ik ervaarde dat al in het middelbaar, maar ik ervaar dat nu nog eens zo hard.
Maar ja, ik zei het laatst nog, die avond dat ik daar met die vriendin en de Guido aan dat tafeltje zat, zei ik dat ik naar Stijn Meuris was geweest en dat hij zei dat je in elke familie zo wel iemand hebt die er niet bij helemaal bij hoort en dat ik meteen dacht “in onze familie ben ik dat”. Guido zei spontaan: “Els, elke familie heeft een zwart schaap nodig, iemand moet die rol op zich nemen. Bij ons heb ik dat gedaan, bij uw familie heb jij dat gedaan. Dat is een nobele taak om op u te nemen.” Ik moest er wel mee lachen toen hij dat zei. Een heel goede vriendin zei me dat vorige zomer ook al eens: “jij bent gewoon anders”. Het was toen ik zei dat ik me minder en minder thuis voelde in mijn familie. (Het is nu te hopen dat ze me dat niet kwalijk nemen dat ik dat hier zet, het is mijn gevoel en ik zeg immers niets slecht over hen, ik neem hen dat ook niet kwalijk: ik ben immers anders, niet zij. Maar zelfs dan leert de ervaring dat dat verkeerd kan opgevat worden.) Het was vorige zomer dat ik dat voor het eerst zei… Toen ik dat tegen mijn psychiater zei, bevestigde ze dat overigens, maar zei er wel bij dat die mensen meestal het meest trouw aan zichzelf zijn en dat je je kan afvragen wat dan het belangrijkste is. Ik weet ook nog dat iemand me op mijn 15de ooit zei “ik ken niemand die zo haar best doet om normaal te zijn, maar het nooit zal zijn, jij denkt gewoon anders.” Ik heb er ondertussen gelukkig vrede mee dat ik anders in elkaar zit dan de doorsnee mens, ik ben er zelfs gelukkig mee ondertussen, dat is ook aanvaarden. Of zoals Amber me vaak zei “you’re wierd, I like you!” Ik heb trouwens bij mijn uitgelichte foto’s op fb een geweldige foto staan, ik hou namelijk echt van mensen die niet leven volgens de regeltjes, maar wiens vriendschap en trouw groter is dan eender welke regelgeving.
Mijn goede vrienden zijn eigenlijk allemaal zo. Wij kunnen ook totaal verschillend zijn, maar dat is goed zo. We nemen ieder op toer onze plaats in, naargelang wie het nodig heeft, maar als het er eens af moet bij mij mag dat en als het er eens af mag bij een ander mag dat ook. Wij zeggen ook gewoon tegen elkaar “ik vond dat nu niet leuk dat je dat zei” en dan kunnen wij zeggen “ja, ik heb daar niet bij stil gestaan, sorry”. Verder wordt daar niets meer over gezegd, nooit meer, wij houden niet van oude koeien, maar het is gezegd, zonder ruzie, zonder onbegrip en we weten dat iedereen een fout kan maken. We kunnen zelfs zeggen: ik vind dat je de laatste tijd weinig in mij geïnteresseerd bent en als je dan zeg “Ja, maar met die kanker van Amber zit ik met niet veel anders meer in mijn hoofd.” en dan zeggen ze: “Dat begrijp ik”. Ik heb vrienden met heel veel empathie en dat mis ik veel bij andere mensen, heel veel, wij hebben dat naar elkaar toe. Ik moet er nooit half zitten te smeken van “he, ik ben hier ook! Luister eens!” Ik moet dat nooit bij mijn vrienden, ze doen het automatisch. Ze zeggen al lachend dat ik ook een luide stem heb, maar dat je daar niet aan kan doen, dat ik het goed kan uitleggen, maar ook plaats kan houden en maken voor de andere. En dat ik zelfs heel goed kan luisteren en dat ik dan nooit advies wil geven, maar gewoon echt kan luisteren en dat dat een bijna unieke gave is die mensen beter zouden hebben. En dan denk ik: ik heb goede vrienden, maar er is van allen een serieuze hoek af, dat is waar, maar net daarom zijn het mijn vrienden. Elkaars mankementen kennen en aanvaarden…. Mensen waarbij je jezelf mag zijn, dat zijn mensen die je graag mogen en die jij graag mag en ik ben blij dat ik zulke vrienden heb… En wij zijn allemaal keer op keer het zwarte schaap van de familie. Of zoals een vriend zei “mijn moeder zei toen ik kind was al “gij zijt ne rare!””
Dus vriendjes van me: dank jullie wel!!!! Bedankt om wie jullie zijn en omdat jullie mij laten zijn wie ik ben en bedankt dat jullie ook gewoon zijn wie jullie zijn! I like…
En ook bedankt dat ik mag “zagen” over dat hele fertiliteitstraject, wat jullie geen zagen noemen en dat ik mag praten over Sterre en mijn wiebeltje, over Gui en over Amber, opnieuw en opnieuw. Dat maakt me gelukkig, echt waar….
En onthoud:
Wat ben ik blij dat ik je ken ! Door deze blog voel ik me niet meer alleen in deze koude , harde wereld. Door het verlies van mijn beste vriend (kanker), een vriendschap die door omstandigheden geheim bleef,voelde ik me eenzaam en had ,dacht ik,mijn leven geen zin meer. Toch deed ik naarstig verder ,terwijl ondertussen mijn wereld instortte. Soms kwam mijn verdriet er toch door, en richtte ik me via e-mail tot Guido.gelukkig reageerde hij…..Met de woorden : ik kan je niet helpen,ik ben maar een zanger. Toen voelde ik me pas echt alleen op de wereld.Maar nu besef ik dat hij me wilde aantonen dat enkel ik mezelf kan helpen.zoals in zijn liedje ‘to Busy Loving myself. door de kwetsbare stem van Chantal Acda, poëzie, in het nu leven, zelfcompassie, mijn hondjes (Barney en Mauro)…Door jou te leren kennen…..Ben ik uit die lange donkere tunnel geraakt. Enkele weken geleden heb ik de gratis test over hoogsensitief gedaan en scoorde ik 20 op 25. Onder die test stond:als je meer dan 14 punten hebt ,moet je deskundige hulp zoeken.Daarop dacht ik,nee,dat is nou eenmaal wie ik ben.Els, het is inderdaad goed om anders te zijn . Lieve Facebook vriendin, het is goed dat ik via deze weg iets meer over mezelf en mijn gevoelsleven kan vertellen.Want door de slachthuisproblemen in Tielt. Heb ik me laten gaan in mijn reacties naar bv minister Weyts…Ik schrok dat mij Fbvrienden dat ook konden lezen.ook al meen ik ieder woord,toch heb ik nog veel te leren over privacy op facebook. Mooie ,zotte Els bedankt voor alles.Dat meen ik echt en ik beloof je om mijn verstand te gebruiken op de FBGroep Guido Belcanto.Soms komt hulp uit onverwachte hoek…Je mag me alles zeggen en ik voel dat ik dat bij jou ook kan.groetjes,Elke.
En dan stuurde ik hem mails over het verlies van Gui en Amber, enfin: eentje maar…. Hij zal ook denken…. 😉 :p
Je moet inderdaad voor jezelf helpen, maar deskundige hulp kan soms best wel handig zijn, maar je moet het inderdaad vooral zelf doen. Ook met deskunidge hulp doe jij het, niet die hulpverlener…
Maar bovenal: ik ben blij met zo een berichtje, een heel oprecht berichtje dat heel veel zegt en vooral ook dat mijn blog jou ook helpt… Dank u! Daar doe ik het uiteindelijk ook voor! ❤